Dak
Systeem van op elkaar inwerkende weerbestendige componenten, dat  bedoeld is om de bovenzijde van een gebouw af te schermen en door muren of hoogteverschillen gescheiden is van belendende systemen.

Nok (1)
De nok is het hoogste punt van het tak, de plaats waar de hellende delen van een zadeldak of een mansardedak met elkaar verbonden zijn.

Dakrand (2)
De lijn waar de dakstructuur verbonden is met de bovenzijde van de muur.

Puntgevel (3)
Een dak waarbij de tegenoverliggende muren van het gebouw opgemetseld zijn om de ruimte op te vulllen die ontstaat door de twee hellende delen van een zadeldak.

Hoek(4)
De hellinggraad van het dak, uitgedrukt als verhouding tussen de stijging (in m) en de breedte (in m).

Zadeldak

Dak met twee hellende vlakken die beginnen aan de dakranden van twee tegenoverstaande muren en gewoonlijk op een centraal punt (de nok) samenkomen. Dit daktype kan een puntgevel of een schildvorm hebben.

Lessenaarsdak

Dak met één hellend vlak dat begint aan een dakrand en omhoog loopt de tegenoverliggende dakrand.  (Images courtesy of architect Miettinen)

Mansardedak

Een mansardedak heeft vier hellende vlakken, beginnend op  de vier zijden van het gebouw. Alle hellende vlakken van dit daktype hebben twee hoeken, waarvan de onderste meestal erg steil is, vaak bijna verticaal, en de bovenste minder steil. Een mansardedak heeft geen puntgevel. (Images courtesy of architect Miettinen)

Dak met kilgoot

De kilgoot is de plaats waar de twee dakdelen zijn samengevoegd, tussen de nok en de dakranden.

Schilddak

Een schilddak heeft vier hellende vlakken, beginnend op  de vier zijden van het gebouw.
(Image courtesy of architect Miettinen)

Dak met dakkapel

De plaats waar de twee dakdelen zijn samengevoegd, tussen de nok en de dakranden. (Image courtesy of architect Miettinen)

Afgeronde dakkapel

Een kleine, gebogen dakkapel met vloeiende lijnen, geplaatst in het hellend vlak van een dak. Deze vloeiend gelijnde dakkapel vormt een weerbestendige structuur rond een recht venster en is geplaatst in het hellend vlak van het dak.

Een klein zadeldak, geplaatst in het hellend vlak van het eerste dak. De nok van de dakkapel vormt gewoonlijk een rechte hoek ten opzichte van de nok van het eerste dak. De dakkapel vormt een weerbestendige structuur rond een recht venster en is geplaatst in het hellend vlak van het dak. (Image courtesy of architect Miettinen)

Gewelfd dak

Een klein zadeldak, geplaatst in het hellend vlak van het eerste dak. De nok van de dakkapel vormt gewoonlijk een rechte hoek ten opzichte van de nok van het eerste dak. De dakkapel vormt een weerbestendige structuur rond een recht venster en is geplaatst in het hellend vlak van het dak.         

(Image courtesy of Corus) 

 (Image courtesy of architects Dubosc & Landowski)

Koepeldak

Een klein zadeldak, geplaatst in het hellend vlak van het eerste dak. De nok van de dakkapel vormt gewoonlijk een rechte hoek ten opzichte van de nok van het eerste dak. De dakkapel vormt een weerbestendige structuur rond een recht venster en is geplaatst in het hellend vlak van het dak. (Image courtesy of architect Miettinen)